Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, [46]drie duizend en tweehonderd. 46. Als men dit vs.44 vergelijkt met de voorgaande vs.36,40, dan ziet men dat onder de Levieten, die tot den dienst des tabernakels bekwaam waren, de Merarieten in getal de meesten geweest zijn, hoewel zij de minsten waren in hun algemeen en vol getal. Zie boven de aantekeningen, hfdst.3 vs.39, hetwelk alzo geschied is door de alwijze voorzichtigheid Gods, omdat de Merarieten de zwaarste lasten te dragen hadden, en daartoe meer sterke en middeljarige mannen behoefden dan de Kohathieten en Gersonieten. Vergelijk boven de aantekeningen hfdst.3 vs.36.